Maart roert zijn staart
Na het warme weer van februari (temperaturen tot 18 graden!) moeten we de eerste helft van maart even zien door te komen: twee weken met heel veel wind en op veel dagen ook behoorlijk wat regen. Ook dit weekend nog (16/17 maart) nog voortdurend buien tussendoor, maar ook af en toe wat zonneschijn..
Na de vele binnenklussen van de afgelopen twee weken begint het behoorlijk te kriebelen om naar buiten te gaan, dus ondanks de buien de tuin in.
Op zaterdag ligt er nog geen duidelijk plan maar dat is geen probleem. Je trekt oude schoenen aan, neemt een schop mee en het werk dient zich vanzelf aan. Zo verplaats ik wat planten en kleine struikjes van onzichtbare plaatsen naar de zichtbare plaatsen in de hoop dat het wat wordt. Soms heb ik namelijk geen idee wat ik zit uit te spitten. Maar het voelt goed en de tijd zal leren of er iets leuks uit groeit.
Wilde planten kom ik tot mijn vreugde ook overal tegen in de tuin. Zo is het hondsdraf bijvoorbeeld rijk vertegenwoordigd, zie ik mooie polletjes maartse viooltjes en groeit een of andere muursoort tegen de klippen op.
De blauwe druifjes die in de hele tuin woekerden en die ik een paar weken geleden zoveel mogelijk uitgetrokken en op het walletje rond de tuin gegooid heb, groeien en bloeien daar lustig verder. Paddenstoelen hebben we ook, er staan her en der flinke stronken in de wal.
Op zondag begin ik ondanks de af en toe neerstortende regen en hagel met het omspitten van de moestuin. De grond blijkt gelukkig tamelijk los, dus heel zwaar is het niet. Als ik ongeveer een derde gedaan heb vind ik het wel mooi geweest en richt ik mijn aandacht op het vijvertje van vorig jaar waarvan de randen nog steeds niet zo mooi afgewerkt zijn.
Eigenlijk was het maar bedoeld als 'tijdelijk' tussen-vijvertje. Maar gezien het enthousiasme waarmee mussen, merels, schaatsenrijders en ander veelpotig gedierte de vijver verwelkomd hebben als bad- en drinkgelegenheid, blijft-ie voorlopig gewoon liggen. Met stenen, houtstronken, dakpannen en planten probeer ik de randen te verfraaien; de natuur moet de rest doen. Maar dat gaat vast wel gebeuren...
Op zaterdag ligt er nog geen duidelijk plan maar dat is geen probleem. Je trekt oude schoenen aan, neemt een schop mee en het werk dient zich vanzelf aan. Zo verplaats ik wat planten en kleine struikjes van onzichtbare plaatsen naar de zichtbare plaatsen in de hoop dat het wat wordt. Soms heb ik namelijk geen idee wat ik zit uit te spitten. Maar het voelt goed en de tijd zal leren of er iets leuks uit groeit.
De blauwe druifjes die in de hele tuin woekerden en die ik een paar weken geleden zoveel mogelijk uitgetrokken en op het walletje rond de tuin gegooid heb, groeien en bloeien daar lustig verder. Paddenstoelen hebben we ook, er staan her en der flinke stronken in de wal.
Op zondag begin ik ondanks de af en toe neerstortende regen en hagel met het omspitten van de moestuin. De grond blijkt gelukkig tamelijk los, dus heel zwaar is het niet. Als ik ongeveer een derde gedaan heb vind ik het wel mooi geweest en richt ik mijn aandacht op het vijvertje van vorig jaar waarvan de randen nog steeds niet zo mooi afgewerkt zijn.
Eigenlijk was het maar bedoeld als 'tijdelijk' tussen-vijvertje. Maar gezien het enthousiasme waarmee mussen, merels, schaatsenrijders en ander veelpotig gedierte de vijver verwelkomd hebben als bad- en drinkgelegenheid, blijft-ie voorlopig gewoon liggen. Met stenen, houtstronken, dakpannen en planten probeer ik de randen te verfraaien; de natuur moet de rest doen. Maar dat gaat vast wel gebeuren...
Reacties
Een reactie posten